Hoi beste blogbezoekers,
Het is eventjes geleden dat ik van mij heb laten horen. Bij deze, momenteel is het hier aan het gieten om U tegen te zeggen. Nog een beetje harder en het water loopt binnen. Het grote voordeel is wel dat het ineens veel afkoelt, nu is het aangenaam fris buiten (naar plaatselijke norm natuurlijk).
Het voorbije weekend ben ik naar de Raleighvallen geweest, foto’s kan je bekijken in men album. Het zijn foto’s om jaloers te worden.
Donderdag avond begon het avontuur. Ik had een papiertje meegekregen met daarop een programma en wat ik allemaal moest en mocht meenemen, met de uitdrukkelijke nota dat je maximaal 5kg bagage mocht meenemen.
Moet je thuis eens proberen voor de leut. Stel je gaat vier dagen weg en je wil bagage meenemen. Prop dat in een rugzak en kijk hoeveel het is. Van de veronderstelling uitgaande dat je geen 4dagen dezelfde kleren draagt natuurlijk.
Ok ondertussen gaat het hier bijna binnen lopen.
We gaan verder. Ik denk dat het beroepsmisvorming is maar ik vond niets beter dan een bezem te zoeken en aan één kant flessen water te hangen en aan de andere kant men rugzakje, om zo dicht mogelijk tegen de 5kg te komen.
De volgende ochtend, rustig opgestaan gedoucht en gegeten. Vervolgens een taxi bellen naar luchthaven “Zorg en Hoop”, een veelbelovende naam.
Daar aangekomen moest ik eventjes wachten en daar kwam de rest van het gezelschap waarmee ik de komende vier dagen ging doorbrengen. Met de vader zat ik qua interesses redelijk op dezelfde lijn en nog een dochter van ongeveer zelfde leeftijdscategorie. Het bleek al snel een gezellige bende te zijn.
Maar dan… ons vliegtuig, ik geef toe dat ik niet veel verwachtingen had, maar dit sloeg toch alles. Een vliegtuigje voor 5personen, ons gevieren en dan een piloot. Redelijk dubbel gevouwen kropen we in de vliegende boterhammendoos. We zeiden nog, in de auto heb je meer plaats. Dit was al een avontuur op zichzelf, de vlucht naar de Raleighvallen, iets specifieker Fungu-eiland. Het eiland is genoemd naar een speciale boomsoort die er groeit, fungu-boom, niet te verwarren met de fungi van op je pizza.
Na een korte kennismaking met onze gids, Bonito alias Dr. 5, startte we al snel met een kleine verkenningstocht over het eiland.
De eerste indruk was behoorlijk imposant. Het oerwoud is veel meer dan een hoop opeen gepakte bomen.
Al snel zie je de doodskopaapjes, verscheidene vogels en diverse planten, bomen en bloemen. Je kan je ogen duchtig de kost geven.
Na de wandeling trekken we onze zwembroek aan om een frisse duik te nemen aan de Manarivallen. De gids wist ons gerust te stellen dat er wel Piranha’s zitten maar ze bijten niet. En alen daar moet je hier geen schrik van hebben, ze zitten aan andere watervallen. Owkee, we zullen dat maar geloven zeker.
Het heeft alleszins goed gedaan, de rivier is veel verfrissender dan het lauwe zwembadwater.
’s Avonds gezellig eten, rustig nog wat bijkletsen en op tijd je nest in. De volgende dag is de tocht naar de Voltsberg.
Half 7, men wekker gaat af, ik kruip van onder men klamboe en strompel naar de douche. Om dit uur ’s morgens lijkt de douche beduidend kouder dan andere momenten van de dag.
Fris en monter ontbijten en vol goede moed beginnen we aan de tocht. Eerst een klein stukje varen om van het eiland af te geraken en daar gaan we. We laten ons zwemgerief achter aan de Anjumaravallen om op de terugweg hier een frisse duik te nemen.
De tocht naar de Voltsberg was echt een mooie wandeling, spijtig van de regen die we al snel te verwerken kregen. Ik zou hier mij volledig kunnen laten gaan en een poging doen de toch te omschrijven, maar ik stel voor dat je gewoon het fotoalbum opent en daar op je gemak door scrolt.
Aan de voet van de berg staat een onderzoekshuisje waar we een onze picknick opaten en wachtte tot de regen zou stoppen. Want het probleem was dat een natte berg te glad en te gevaarlijk is om op te kruipen.
Tevergeefs hebben we daar gewacht om te moeten toegeven dat het nog wel een tijdje van dat weer zou blijven.
De tijd in het huisje was niet tevergeefs, een paar mooie foto’s van vleermuizen en Ka de slang.
Nog even een kijkje gaan nemen aan de voet van de berg en een stukje naar boven kruipen om toch een uitzicht te hebben gehad, om dan aan de terugweg te starten.
Aan Anjumaravallen aangekomen nemen we een frisse duik vergezeld door tientallen kleine visjes die je komen proper eten.
Moe maar voldaan schuiven we die avond met de voeten onder tafel en tijdens het eten praten we met een pintje nog wat na over de gepasseerde dag.
De volgende dag zou een rustig dagje worden.
En effectief, maar van het uitslapen kwam niet veel in huis. Er was nog een groep bij gekomen die deze ochtend naar Voltsberg ging wandelen.
Weer een korte boottocht en een wandeling van bijna 45min tot aan de Moedervallen. Deze keer hadden we meer succes met de dieren, onderweg stuitte we op een groep wilde zwijnen en terwijl we deze aan het bestuderen waren spotte we de slingeraap boven ons in de bomen.
Best een imposante hoeveelheid water dat daar langs stroomt, door de hoge waterstand waren ze jammer genoeg iets minder imposant.
Een rustige wandeling terug om dan eventjes te wachtten op de boot die ons zou komen halen.
Daar aan het water konden we zien hoe kleine visjes probeerden stroomopwaarts op de waterval te geraken. Weinigen deden dit echter met succes en de Piranha kon beneden aan de waterval genieten van een overvloed aan visjes.
Daar was onze boot, een stukje varen en 5minuten wandelen om aan te komen op een idyllisch plekje in het bos. Op de duizenden mieren na.
Een waterval waar je jezelf onder kon later schoon spoelen was het niet meer, het had eerder iets weg van schoon denderen en kolken.
Mooie liedjes duren niet lang het eten wachtte.
Na het eten hadden Richard en ik zin om ons geluk met de vislijn eens te beproeven in de Coppenamerivier.
Vol goede moed begonnen we eraan, eerst met kaas, vervolgens met kip, om na een uur toch over te schakelen op visjes die ik met een geleend stokje had gevangen. De zon bleef maar branden en geen enkele vis die wilde bijten. Of anders bekeken, ons aas werd duchtig op gegeten maar daar was alles mee gezegd.
Komt er een derde persoon bij staan vissen en na nog geen 5minuten heeft die man beet. Een mooie Piranha.
Met vernieuwde moed, wetende dat ze soms toch bijten, vis ik verder.
Een tijdje later vangt Richard een kleine Piranha en mijn lijntje blijft leeg.
Godverdomme, sta ik daar al zo lang in die zon de bakken en nog steeds niets gevangen. Een beetje nonchalant smijt ik nog een paar keer in om erna ermee te kappen. Het geluk was toch bij mij, de volhouder wint zegt men dan. Hangt daar een Piranha aan men lijntje om u tegen te zeggen, en waarvan je kan hopen dat je hem niet tegenkomt in de rivier. Wetende dat ik hem ving op de plaats waar we altijd zwommen.
Men ogen fonkelden toen ik daar men avondeten aan de lijn zag hangen.
Na de nodige foto’s ga ik de vis kuisen om hem aan de kokkin te overhandigen, vertouwen op haar kunsten om er iets heerlijks van te maken.
Effectief, ik kan je zeggen dat het een zeer lekkere vis is.
Bij het avondeten kregen we te horen dat als je vogels wilt zien je ’s morgens vroeg op de airstrip moet gaan staan. Beetje twijfelend zetten we onze wekker op 6u om de volgende dag vogels te gaan zien.
Om 6u lijkt de douche nog kouder dan ooit tevoren. Maar het was het allemaal waard. We hebben zelfs brulapen gezien. Van een mooie zonsopgang genoten en tientallen vogels gespot.
Terug naar beneden te zijn afgezakt genieten we van een bakje koffie en ontbijt.
Nog een laatste rondvaart rond het eiland en voldaan kruipen we die middag in een iets groter vliegtuigje terug naar Paramaribo.
Die avond in Parbo sluiten we het avontuur af door gezellig met 4 te gaan eten op een terras langs de waterkant.
Het waren vier dagen om nooit meer te vergeten.